Taken en bevoegdheden mentor

Taken & Verantwoordelijkheden [primair]

  • Vertrouwensrelatie met betrokkene en/of omgeving tot stand brengen;
  • Mede beoordelen wilsonbekwaamheid van belangen ter zake;
  • Bevorderen en waarderen van het verrichten van rechtshandelingen door betrok­kene;
  • Adviseren (gevraagd en ongevraagd) aan betrokkene, belanghebbenden en zorgverleners;
  • Innemen van onafhankelijke positie;
  • Toezicht en controle houden op kwaliteit van zorgverlening;
  • Inventariseren van de persoonlijke achtergronden wensen bij zorgverlening en de wil van betrokkene bijvoorbeeld na overlijden, wie doet wat;
  • Mobiliseren -bij afwezigheid- van noodzakelijke hulpverlening;
  • Respecteren van godsdienstige gezindheid, de levensovertuiging en culturele achtergrond;
  • Informatieverschaffing aan betrokkene, zorgverleners en belanghebbenden;
  • Nemen van beslissingen c.q. instemmen met zorgplannen;
  • Afspraken maken betreffende een passende (zorg) instructie voor behandelaar en zorgverleners bij o.m. terughoudendheid betrachten t.a.v. ingrijpend medisch handelen en b.v. ná overlijden;
  • Waken en zich bij regelmaat op de hoogte stellen van het wel en wee van betrokkene;
  • Verlenen van toestemming aan de behandelaar voor toediening van medicatie onder dwang, op grond van medische noodzakelijkheid;
  • Laten opnemen van een verklaring van de mentor voor het verlenen van toestemming op verzoek van zorgverleners in het medische dossier betreffende en de monitoring hiervan.

Taken & Verantwoordelijkheden [secundair]

  • Dossiervorming en leveren van rapportage van verrichte handelingen, genomen beslissingen, van werkzaamheden, tijdsinvestering en gemaakte kosten;
  • Betrokkene bij de gemeente in aanmerking brengen voor bijzondere bijstand voor de kosten van het mentorschap;
  • Bezwaar en beroepsprocedures opstarten tegen overheden, bestuurders
  • Verantwoording afleggen (gevraagd & ongevraagd) aan de kantonrechter:
  • Bij afwezigheid overdragen van bevoegdheden, achterlaten van passende zorginstructie voor zorgverleners;

Bevoegdheden

  • Vertegenwoordigende rol en plaatsvervangend optreden:
  • Het treffen van omgangsregeling met familie, vrienden, etc. van betrokkene:
  • Ter bescherming procedure starten bij de Voorzieningenrechter.
  • Het doen van aangifte bij politie:
  • Bovengeschikte vermogensrechtelijke bevoegdheden van de mentor t.o.v. bewindvoerder, op gebieden van zorgverlening: Een behandelaar is verantwoordelijk indien een cliënt gedwongen opgenomen moet worden.

De mentor is aansprakelijk voor elk verlies of schade die hij tijdens de uitvoering van zijn taken bij betrokkene veroorzaakt.

6 gedachten over “Taken en bevoegdheden mentor”

  1. Wendy Frehé van der Linden

    Primair: Verlenen toestemming medicatie onder dwang: Binnen de andere wetten die noodzakelijk zijn bij dwangmedicatie.
    Bij de laatste zin mis ik het onderwerp…
    Secundair: Aanvragen bijz. bijstand wordt meestal door de bewindvoerder gedaan.

  2. Yvonne Rijnsdorp

    Betrokkene bij de gemeente in aanmerking brengen voor bijzondere bijstand voor de kosten van het mentorschap; Dit is een taak van de bewindvoerder en niet van de mentor, moet er absoluut uit.

    Betreft overlijden, in eerste instantie mag je niets en zal fam. dit moeten regelen. Voor als er geen fam. is dan kan je op voorhand al met de cliënt indien mogelijk de wensen op papier zetten en overleggen met de bewindvoerder wat zij wel en niet doen bij overlijden. want daar zit veel verschil in.
    Let ook op als er een geldpolis is, wie de begunstigde is, want laatst bleek dat een zoon die niet in beeld was en konnden daardoor niet bij het geld komen.

  3. – Bij secundair: Betrokkene bij de gemeente in aanmerking brengen voor bijzondere bijstand voor de kosten van het mentorschap, is inderdaad niet voor de mentor maar voor de bewindvoerder. Alles wat met financieren te maken heeft ligt bij de bewindvoerder en absoluut niet bij de mentor. Dat moet eruit dus.
    – Bij secundair: Bezwaar en beroepsprocedures opstarten tegen overheden en bestuurders, alleen daar waar het om niet-materiële zaken gaat. Dus niet als het om materiële/financiële zaken gaat, dat ligt bij de bewindvoerder. Dus wat mij betreft dit eruit.
    – Bij bevoegdheden: Doen van aangifte bij politie, niet als het om materiële/financiele zaken gaat, zoals diefstal of fraude, dit ligt ook bij de bewindvoerder. Dus wat mij betreft dit eruit.

  4. Beste Cobi, dat is een heel werkstuk geworden. wat een inzet. is de huidige lijst niet meer toereikend? ik kan deze niet meer terugvinden op de website.

    gezien het feit, dat dit voorgestelde overzicht een opsomming is van taken en bevoegdheden, die zich kunnen voordoen (in uitzonderlijke gevallen), lijkt het mij riskant om deze (limitatieve) lijst aan de beroepsvereniging te hangen. immers, personen rondom betrokkene zouden hieraan rechten kunnen ontlenen, die op de specifieke betrokkene niet van toepassing hoeven te zijn. je maakt hiermee de mentor kwetsbaar. daarbij heb ik bovenstaande reacties nog buiten beschouwing gelaten. nu we de wet hebben is een dergelijk overzicht niet meer nodig, eerder handig voor eigen gebruik, m.n. op het gebied van bevoegdheden.

  5. Monique Burggraaff

    Ik zie dat er zaken in staan die niet overeenkomen met de wet.
    De lijst komt op mij over als een persoonlijke invulling van een mentor hoe die het mentorschap invult. Dit is niet representatief.
    Het lijkt me dus van belang om het eerst op de ALV te bespreken. Alvorens te plaatsen.

    Wat ik me ook afvraag is waar is de vorige lijst gebleven?

  6. Peter van Gassen

    Beste allemaal,

    Er is zeer recent door de Landelijke klachtencommissie mentoren een nieuwe uitspraak gedaan, waarin het wettelijk kader voor het werk van de professionele mentor wordt toegelicht. Dat deel haal ik er voor jullie even uit en plaats dat onder mijn inleiding.

    In de praktijk van de klachtencommissie blijkt het managen van verwachtingen bij de familie van de gementoreerde vaak een struikelblok. Toch wordt daar kennelijk in de praktijk soms weinig mee gedaan, hoewel dat wel wordt belicht (gevraagd) in het boek bedoelingen bij het Besluit kwaliteitseisen curatoren, beschermingsbewindvoerders en mentoren (zie de Nota van Toelichting op artikel 5 van het Besluit Kwaliteitseisen CBM). Deze Nota van Toelichting kan worden gevonden in het Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden, onder nummer Staatsblad 2014 nr 46 van 29 januari 2014.
    Hopelijk geeft deze aanvulling op de discussie aanleiding om stil te staan bij de inhoud van ons werk, op basis van het hieronder beschreven wettelijk kader.

    Ik zie met belangstelling uit naar jullie reactie

    3. Wettelijk kader
    3.1 Artikel 453 van boek 1 BW regelt de rechtsgevolgen van het instellen van een mentorschap.
    Dit artikel luidt -voor zover hier van belang- de verplichting van de mentor tot het doen van verslag van zijn werkzaamheden, en ook de verplichting van de mentor om aan het einde van zijn mentorschap schriftelijk verslag te doen aan
    “1. Ten zij uit de wet of verdrag anders voortvloeit, is de betrokkene tijdens het mentorschap onbevoegd rechtshandelingen te verrichten in aangelegenheden betreffende verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding.
    2. Met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde rechtshandelingen vertegenwoordigt de mentor betrokkene in en buiten rechte, tenzij op grond van de wet of verdrag vertegenwoordiging uitgesloten is. de mentor kan betrokkene toestemming verlenen deze rechtshandelingen zelf te verrichten.
    3. Ten aanzien van andere handelingen dan rechtshandelingen treedt de mentor, voor zover de aard van de desbetreffende handeling dit toelaat, in de plaats van de betrokkene op.
    4. De mentor geeft aan betrokkene raad in hem betreffende aangelegenheden van niet-vermogensrechtelijke aard en waakt over diens belangen ter zake.”
    Artikel 454 van boek I BW regelt de taken van de mentor en luidt -voor hier van belang-:
    “1. De mentor is gehouden degene ten behoeve van wie het mentorschap is ingesteld zo veel mogelijk bij de vervulling van zijn taak te betrekken. De mentor bevordert dat betrokkene rechtshandelingen en andere rechtshandelingen zelf verricht, als deze tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake in staat wordt geacht. Hij betracht de zorg van een goed mentor.”
    3.2 Artikel 1.459 BW regelt -zakelijk weergegeven- de verplichting van de mentor tot het periodiek doen van verslag van zijn werkzaamheden aan de kantonrechter, en ook de verplichting van de mentor om aan het einde van zijn werkzaamheden schriftelijk verslag van zijn werkzaamheden te doen aan de kantonrechter en o.m. aan betrokkene.
    3.3 In de Aanbevelingen mentorschap (versie 2 december 2A19, zie http://www.rechtspraak.nl ) valt (onder meer) te lezen:
    “1. De mentor is geen eerstelijns hulpverlener, maar een regisseur van de zorg voor de betrokkene, die pas in deze rol in actie komt wanneer dat nodig is, De mentor is bijvoorbeeld aanwezig bij de bespreking van het zorgplan, maar de uitvoering van de zorg behoort niet tot de taken van de mentor. Wel dient de mentor actief te waken over de belangen van betrokkene, wat niet alleen inhoudt dat afspraken over de zorg worden gemaakt maar ook dat erop wordt toegezien dat de afspraken worden opgevolgd door goede uitvoering met beoogd resultaat.
    2. Bij zijn taakvervulling dient de mentor de godsdienstige gezindheid, de levensovertuiging en culturele achtergrond van de betrokkene tot richtsnoer te nemen. (… )
    3. Tijdens het mentorschap is de betrokkene handelingsonbevoegd in aangelegenheden betreffende zijn verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding, aldus artikel 1:453 lid 1 BW. De mentor bewaakt de niet-vermogensrechtelijke belangen van betrokkene, maar die omschrijving geeft weinig concrete steun bij de soms ingrijpende beslissingen die een mentor kan of moet nemen bij, bij voorbeeld, de keuze van de woonvorm, behandelplannen, medische behandelingen of het staken daarvan, toelaten van relaties etc. ”
    3.4 Artikel 5 Besluit Kwaliteitseisen Curatoren, Beschermingsbewindvoerders en Mentoren (CBM) luidt voor zover hier van belang:
    1. De curator stelt, zo mogelijk in overleg met de onder curatele gestelde, het doel van de curatele vast en de wederzijdse afspraken om dat doel te bereiken. De curator verstrekt aan de onder curatele gestelde een op schrift gesteld document met het doel en, voor zover mogelijk, de gemaakte afspraken, waarin wordt toegelicht wat de curator en de onder curatele gestelde wederzijds van elkaar mogen verwachten. De curator licht het document mondeling toe. De curator overlegt het document aan de kantonrechter voorafgaande aan zijn benoeming.
    2. Als daartoe aanleiding bestaat, past de curator, zo mogelijk in overleg met de onder curatele gestelde, het in het eerste lid bedoelde document met betrekking tot het doel en de gemaakte afspraken tussentijds aan. (…)”
    3.5 In de Nota van Toelichting op artikel 5 van het Besluit Kwaliteitseisen CBM valt te lezen””
    “De kwaliteit van hetgeen een curator doet, hangt mede af van de wijze waarop hij omgaat met de onder curatele gestelde. Voor een goed verloop van de curatele is voorts onontbeerlijk dat de verwachtingen die de curator en de onder curatele gestelde van elkaar hebben, zo mogelijk worden uitgesproken en vastgelegd (… ) in veel gevallen is de onder curatele gestelde zelf onvoldoende in staat zijn verwachtingen onder woorden te brengen. In die gevallen doet de curator er goed aan personen uit de nabije omgeving, bijvoorbeeld nabije familie en de instelling waar betrokkene wordt verzorgd, te betrekken bij het uiten van verwachtingen en het vaststellen van het doel. Deze personen zijn immers ook bevoegd om het ontslag van de curator te verzoeken en het einde van de curatele.”
    Het gestelde m.b.t. (professionele) curatoren is van overeenkomstige toepassing op (professionele) mentoren. Zie artikel 5, lid 7 Besluit Kwaliteitseisen CBM.

Laat een reactie achter